Daar staat ze. Aan de rand van het zwembad. haar blauwe streepjes badpak met roze biesjes. Bibberend van de kou en de spanning. Met een aanloop springt ze het water in. Ze komt boven met een grote grijns. Haar zwemjuf steekt twee duimen de lucht in. Zichtbaar onder de indruk van deze onverwachte sprong in het diepe.
Rixt is gek op water. Wanneer we niet uitkijken springt ze zo het water in, zonder bandjes, zonder kurk die haar ranke lijfje op het water laat drijven.
Ze kijkt naar me. Alsof ze me iets wil zeggen. Ze recht haar schouders en springt opnieuw het water in. Alsof ze al maanden zwemles heeft zwemt ze achter de rest van haar groepje aan. Juf moedigt haar aan en is opnieuw onder de indruk van haar zwemkunsten. Ze vraagt me voor de zekerheid of het echt de eerste zwemles is. Ik knik.
We zijn inmiddels nog maar een paar maanden verder. Maar het is zover. Mijn kleine meisje mag afzwemmen. Alle zwemlessen met instructies voor haar grote broers, waar ze altijd van genoot, hebben zoveel informatie gegeven dat ze haar moeiteloos door de zwemlessen heeft gezwommen.
Ze klimt het bad uit en komt naast me staan. Ze kijkt me aan zoals alleen zij dat kan. Juf vraagt aan Rixt of het een idee is, omdat ze zo goed kan zwemmen, om door te zwemmen tot haar C diploma. Ze haalt haar schouders op. Eerst maar eens voor A zie ik haar denken.
Wanneer we samen naar huis rijden zie ik haar starende gezichtje. Haar natte haren als een lijstje om haar gezichtje gevouwen. Ze pakt me bij de arm en kijkt me aan. “Het gaat best snel hè mama, dat zwemmen.” Ik knik. Mijn stoere kleine meisje, wat ben je toch lief.
Ze staart weer voor zich uit. Ik zie dat ze moe is. Ze wil snel naar huis. Haar broers en papa vertellen dat ze binnenkort mag afzwemmen. Een glimlach verschijnt. Ze vraagt aan mij of je voor je C diploma een regenjas aanmoet. Ik knik weer.
“Die draag ik nooit”, hoor ik naast me. Ik schiet in de lach. “Wat wil je daarmee zeggen?” vraag ik. “Nou, gewoon. De kans dat ik met een regenjas in het water val, is daarom wel heel erg klein. Dus laat dat C diploma maar zitten”. Ze lacht zelf het hardst.
Naast mij een meisje van vier. Mijn dochter. Ze waagt de sprong in het diepe, zonder angst, vol vertrouwen.
En ik spring met haar mee.