Net de controle weer gehad op het consultatiebureau; Jippe is inmiddels al weer bijna twee maanden 3. En ik was benieuwd, want er moest een ogentest worden gedaan en ook al hadden we geoefend, Jippe is een echte peuter, dus die doet niet alles wat we willen of vragen. Ze slaagde glansrijk voor de oogtest, al wilde ze wel even spieken tussendoor want met twee ogen zag ze toch iets meer. Daar konden we zeker om lachen, maar uiteindelijk hield ze het afgeplakte brilletje op en zei met een stalen gezicht, ‘auto, theepot, schoen en vlag van Nederland’ als de verpleegster het aan wees. Trots als een pauw mocht ze een sticker uitkiezen.
Tandenpoetsen is leuk
Op de vraag of Jippe als naar de tandarts was geweest en of ze wel goed tandenpoetste, ging Jippe zelf glunderen. Een paar dagen daarvoor had ik de elektrische tandenborstel te voorschijn gehaald. Mijn vader had deze al bijna een jaar geleden voor haar gekocht, maar toen vond ik Jippe nog te klein. Nu ik weet dat ze 104 cm, 15 kilo en maat 28 van schoenen heeft, vond ik haar groot genoeg. Ik toverde de tandenborstel te voorschijn waar allemaal prinsesjes op stonden (goed uitgekozen van mijn vader moet ik zeggen, want een jaar geleden vond ze prinsesje niks aan, maar nu zit ze wel een beetje in een roze en prinsesjesachtige periode). ‘Ja die wil ik’ riep Jippe uit. Ze deed zelf wat tandpasta (tamtam zoals zij het zo leuk zegt) op de borstel, stak m in haar mond en daar ging ze hoor. Fantastisch vond ze het. Ze kreeg niet genoeg van het tandenpoetsen.
Het werd zelfs zo erg dat ik zei dat ze alleen tanden mocht poetsen als ze iets had gegeten. Dus wat deed deze driejarige heel slim, na elk hapje brood weer even poetsen. Daar moest ik wel om lachen. En eigenlijk is het heel erg fijn dat ze tandenpoetsen nu heel erg leuk vindt. Ze had er nooit echt een hekel aan, maar het ging niet altijd van harte. Nu moet ik de borstel op een plek zetten waar ze niet bij kan en als ik m te voorschijn haal, wordt er gewoon een dansje gedaan voor mijn neus. Op een been, dat wel, ‘want dat kan ik zo goed he mama?’