Woensdagmiddag. Kwart voor drie. Bingo in het theater van het kinderziekenhuis. Door mijn headset hoor ik de regisseur vragen of iedereen klaar is. Klaar voor de start van de bingo. Een programma wat met veel liefde gemaakt wordt door een groep vrijwilligers voor de kinderen die in het kinderziekenhuis verblijven maar ook voor de broertjes en zusjes die op bezoek zijn.
Doodzieke kinderen
Langzaamaan komen de kinderen naar beneden. Het beeld nestelt zich op mijn netvlies. Grote ogen in vermoeide gezichten maar ook zichtbaar moedig. Strijdbaar om de ziekte te overwinnen die ze trof. Die, zonder het te vragen, hun kindertijd dwarsboomt. Die het niet toestaat vrij te rennen, te sporten, naar school te gaan, met vriendjes en vriendinnetjes te spelen, gek te doen en het leven te leven zoals een kind dat graag doet.
Daarvoor in de plaats liggen ze in een bed, aan slangen en kastjes met piepende signalen, die op hol slaan wanneer de hartslag veranderd of wanneer het infuus niet druppelt zoals het zou moeten doen. Ze kijken er niet eens meer van op. Het beeld van een ernstig ziek kind, in bed of in rolstoel went nooit.
We beginnen
In gedachten verzonken wordt ik opgeschrikt door de begintune van het programma. We beginnen! Ik focus me op de aanwijzingen van de regisseur en op het enthousiasme van de presentator. De kinderen houden de nummers die omgeroepen worden goed in de gaten.
Kinderen die niet naar beneden kunnen komen spelen mee vanuit hun bed. Ze volgen het programma via de televisie en zijn live verbonden met de telefoon. Zodra ze bingo hebben kunnen ze bellen om zo zoveel mogelijk deel uit te maken van hetgeen zich beneden afspeelt. De telefoon gaat. Na de check of de cijfers juist zijn afgestreept komt de bevestiging.
Het is bingo! Met de camera volg ik de kadootjes waaruit ze kunnen kiezen. Bij de glow-in-the-dark sticks wordt er STOP geroepen. Hoe toepasselijk is dit kado. In gedachten stuur ik een wens met de glow-in-the-dark sticks mee. Dat jullie maar voor altijd mogen gloeien in het donker, zodat er altijd licht zal zijn.
Ik kijk om me heen. Geconcentreerde gezichten kijken naar de presentator die het ene na het andere balletje tevoorschijn tovert. Er wordt hardop gelachen, druk gestreept, geluisterd en gekeken of het bijna bingo is.
BINGO
Dan komt er vanuit de uitgang van het kinderziekenhuis een jongen aangelopen. Hij glimlacht van oor tot oor. Hij komt naast me staan. Mijn camera volgt hem, het gaat vanzelf. Dan gaan er twee armen de lucht in. Hij zegt dat hij jaren gevochten heeft tegen kanker. En dat hij vandaag gehoord heeft dat hij schoon is!
Hij noemt het BINGO!!
Wat een veerkracht, moed en hoop straalt deze jongen uit. De kinderen in bed veren iets overeind. Het meisje in de rolstoel gaat rechterop zitten. De hoop is voelbaar. Een daverend applaus klinkt. Voor hem. Hij buigt diep. En met de woorden: ik wens jullie allen BINGO toe, verlaat hij het theater.
Wanneer ik thuiskom, voelbaar onder de indruk, vraagt mijn dochter of het een mooie uitzending was. Ze is vier. Het is even afwegen wat ik haar vertel. Ze kruipt bij mij op schoot en ik vertel haar dat het een mooie uitzending was. Dat er veel kindjes waren die heel blij waren met het kadootje wat ze hebben gewonnen.
Een heel speciaal kado
En ik vertel haar dat een kadootje niet altijd speelgoed hoeft te zijn. Maar dat het vooral een kadootje is wanneer iemand je zegt dat je lief bent, dat iemand laat weten dat je goed genoeg bent zoals je bent én dat iemand hoop geven een heel groot kado is.
Rixt kijkt me aan en zegt: ik vind je lief mama én ik geef je hoop!
Lees herkenbare blogs van meisjesmoeders >>
Bekijk de nieuwste meisjesmode >>
Meisjesfeest >>